Blog: Met de auto naar de sportschool

Weblog

Je woont er vlakbij, maar toch pak je de auto als je naar de sportschool gaat. Of de muziekschool ligt om de hoek, maar je haalt je kind met de auto op. Het blijkt dat er verschillende situaties zijn waarin mensen er niet voor kiezen om te gaan lopen of fietsen, zelfs als dit vanwege de korte afstand wel voor de hand zou liggen. Blijkbaar telt er bij de keuze van een vervoermiddel meer mee dan alleen de afstand. Maar wat dan precies, en hoe zou je met die kennis lopen en fietsen kunnen bevorderen? Deze vraag was onderdeel van het onderzoek ‘Opportunities to Stimulate Active Transport’, waarop ik in januari ben gepromoveerd.

De omgeving heeft grote invloed

Lopen en fietsen is goed voor de gezondheid en goed voor het milieu. Daarom willen beleidsmakers graag mensen stimuleren te kiezen voor deze ‘active modes’ in plaats van ‘passive modes’ zoals de auto. Jane Jacobs en Jan Gehl wezen er in hun invloedrijke boeken al op dat de leefomgeving van grote invloed is op het vervoermiddel dat mensen kiezen om van A naar B te gaan. Het gaat dan niet alleen om de afstand tussen de bestemmingen A en B, maar ook om hoe mensen met elkaar omgaan op straat. Bijvoorbeeld voelt het goed en veilig om te fietsen en te lopen?

Meer dan van A naar B

De eerste gedachte van beleidsmakers is vaak om de omgeving aan te passen – bestemmingen dichter bij elkaar brengen, de infrastructuur ertussen verbeteren en dergelijke - zodat het aantrekkelijker wordt om te fietsen en lopen. Dat betekent echter niet automatisch dat mensen daarna een bestemming fietsend of lopend bereikbaar vinden.

In mijn onderzoek vond ik dat een automobilist de bereikbaarheid van een voorziening anders ervaart dan iemand die loopt of fietst, ook al leggen ze dezelfde afstand af. Voor een automobilist is de bereikbaarheid met de auto vanzelfsprekend positief; de bereikbaarheid per fiets of lopend vindt hij minder goed. Fietsers daarentegen vinden dat voorzieningen met de fiets beter bereikbaar zijn dan met de auto of lopend. De bereikbaarheid zoals mensen die beleven, hangt dus af van het vervoermiddel dat mensen gebruiken. Deze conclusie is gebaseerd op de antwoorden van 3700 respondenten, verspreid over het land, op vragen over de bereikbaarheid van bestemmingen bij hen in de buurt. Overigens zijn oorzaak en gevolg niet eenduidig vast te stellen. Het kan zo zijn dat iemand met de auto gaat omdat hij een locatie onbereikbaar vindt met de fiets, of hij vindt een locatie onbereikbaar met de fiets, omdat hij met de auto gaat.

Geen ‘one-size-fits-all’ oplossing

Het feit dat vervoermiddelkeuze en perceptie van bereikbaarheid niet los van elkaar staan, betekent dat er geen vast recept is om lopen en fietsen aantrekkelijker te maken voor degenen die nu niet lopen en fietsen. Perceptie is iets persoonlijks. Het hangt af van persoonlijke motieven en drijfveren. Voor de een kan bijvoorbeeld een donkere fietstunnel onderweg een reden zijn om de fiets te laten staan, de ander vindt de route langs een bedrijventerrein onprettig. Licht aanbrengen in het tunneltje zal dus niet iedereen over de streep trekken. De beleidsmaker die het lopen en fietsen wil stimuleren moet hier rekening mee houden. Wat drijft je doelgroep? Elke groep vraagt om andere ingrepen in de omgeving.

Verschillen tussen vrouwelijke en mannelijke sportschoolbezoekers

Verder blijkt uit mijn onderzoek dat er groepen in de samenleving zijn die sowieso weinig ‘active modes’ gebruiken en meer geneigd zijn voor korte ritten de auto te pakken. Opmerkelijk genoeg waren daar ook de ‘vrouwelijke bezoekers van een sportfaciliteit’ bij. Mannelijke sportschoolbezoekers daarentegen komen wel vaak met de fiets of lopend. Wil je als beleidsmaker deze groep vrouwen aan het fietsen krijgen, dan moet je dus inzicht hebben in de specifieke beweegredenen van deze groep: gaat het om sociale veiligheid, de donkere tunneltjes, of hebben ze geen zin om met een sporttas te fietsen of willen ze zichzelf belonen na de fysieke inspanning?... En trouwens, die mannen, komen die misschien met de fiets uit behoefte aan een alcoholische nazit in de kantine?