Blog: Een slimme overheid is op haar zelfrijdende toekomst voorbereid

Weblog

Alweer een paar jaar geleden lanceerde een grote verzekeraar (waarvoor je Apeldoorn moet bellen) een grappige commercial over de zelfrijdende auto. In het filmpje zit een goedgeklede zakenman in zijn eentje achterin de auto ontspannen uit het raam te kijken. De auto doet het werk. Hij neemt de juiste bochten, vermijdt obstakels en herkent rode verkeerslichten van verre.

Ondertussen trekt de auto zoveel bekijks van andere automobilisten, fietsers en verkeersagenten dat er aan de lopende band verkeersongelukken gebeuren. Terwijl de zakenman op zijn gemak een appeltje eet, knallen fietsers op auto’s, vliegen de autodeuren in het rond en kieperen vrachtauto’s omver. De boodschap van de verzekeraar is duidelijk: het is heel wat veiliger om je in een zelfrijdende auto te verplaatsen dan zelf achter het stuur te kruipen. De machine is een stuk betrouwbaarder dan de mens. De commercial eindigt dan ook met de boodschap: “de zelfrijdende auto: de technologie is er klaar voor, en wij ook”.

Klaar voor de zelfrijdende auto?

Dat de verzekeraar er klaar voor is, zou kunnen, maar is de zelfrijdende auto het ook? Er zijn nog veel onzekerheden. Een “zelfrijdende toekomst” is heel goed mogelijk, maar dan moet de techniek dat wel toelaten. Ook moeten automobilisten de zelfrijdende auto zien zitten en moeten de maatschappelijke effecten positief zijn. Hoe het allemaal loopt, zal de tijd leren, maar we kunnen ons wel op de toekomst voorbereiden. Om met Gandhi te spreken, “de toekomst hangt af van wat je vandaag doet”. Om die reden heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) nagedacht over de wijze waarop de overgang naar een “zelfrijdende toekomst” realiteit kan worden.

Twee wegen naar de toekomst

Wij denken dat er twee wegen naar de toekomst zijn. De eerste, “de evolutie van de privé auto”, gaat er vanuit dat de meeste mensen nog graag een eigen voertuig bezitten. Dit beeld sluit aan op de bovengenoemde commercial. De automobilist wordt passagier in zijn eigen auto. De auto wordt een van alle gemakken voorzien kantoortje of huiskamertje. Bij het tweede pad, “delen in bloei”, wordt het delen van een auto juist gewoon. Zowel het bezit als het gebruik van de auto wordt gedeeld. Je hebt dan veel minder auto’s en veel minder parkeerplekken nodig.

Beide wegen naar de toekomst zijn mogelijk. Maar hoe het allemaal loopt zal door verschillende ontwikkelingen worden beïnvloed. Gaan mens en machine bijvoorbeeld wel goed samen? Het beeld dat de commercial schetst is nog ver weg en is niet zomaar bereikt. Voordat er sprake is van volledig zelfrijdende voertuigen zal er waarschijnlijk eerst een tussenfase zijn. In die tussenfase neemt de techniek weliswaar bepaalde rijtaken over, maar zal de mens nog steeds actief moeten blijven opletten. De “bestuurder” zal soms moeten ingrijpen en als de samenwerking tussen mens en machine niet goed verloopt kunnen onveilige situaties ontstaan. Dan kan het best dat consumenten het stuur niet meer uit handen willen geven. Dat kan de opkomst voor de zelfrijdende auto aanzienlijk vertragen. Als de ervaringen echter positief zijn zet de ontwikkeling naar meer geavanceerde automatische voertuigen hoogstwaarschijnlijk door.

Een appeltje op de achterbank

Zullen rijdende machines ooit betrouwbaarder worden dan de mens? Het is de vraag of, en hoe, we die volledig zelfrijdende toekomst bereiken. Het is de moeite waard om daar nu al over na te denken en te kijken naar aangrijpingspunten voor beleidsmakers. Wat kunnen en moeten overheden doen? Het mogelijk maken van pilots en het testen van veiligheid in gemengd verkeer is zeker een mogelijkheid. Want is de technologie er werkelijk “klaar voor”? Kunnen we binnenkort veilig op de achterbank van ons rijdende huiskamertje een appeltje eten? Dat is niet erg waarschijnlijk. Er is nog een lange weg te gaan. Dit neemt niet weg dat we nu al over die wegen (en paden) moeten nadenken.