Navigatiesystemen: wie, wanneer en waarom?
Negen op de tien automobilisten hebben een navigatiesysteem in bezit. Met een navigatiesysteem voelen automobilisten zich zekerder in de auto, maar toch vertrouwen ze niet altijd blind op de routeadviezen van hun systeem: meer dan 10% wijkt regelmatig af van de geadviseerde route.
Automobilisten gebruiken hun navigatiesysteem vooral wanneer ze onderweg zijn voor niet-frequente verplaatsingen of wanneer ze lange afstanden afleggen. Voor frequente verplaatsingen of verplaatsingen die vaak dicht bij huis zijn, zoals voor de dagelijkse boodschappen, staan de navigatiesystemen vrijwel niet aan.
Ook andere eigenschappen van de reis, zoals de drukte op de weg of de tijdsdruk die mensen ervaren, hebben een effect op het gebruik van het navigatiesysteem. Over het algemeen wordt de informatie op navigatiesystemen als redelijk tot goed betrouwbaar ervaren. Één op de drie van de gebruikte navigatiesystemen geeft filemeldingen.
Dit zijn enkele bevindingen uit de publicatie 'Navigatiesystemen: wie, wanneer en waarom?' van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Het KiM omschrijft hierin de bevindingen van een uitgebreide vragenlijst over navigatiesystemen onder bijna 4000 automobilisten uit het MobiliteitsPanel Nederland (MPN).
Deze publicatie is de eerste van twee publicaties over de rol van reisinformatie in het wegverkeer. Omdat er tot nu toe verrassend weinig bekend was over het bezit en gebruik van navigatiesystemen in Nederland, richt deze studie zich alleen op dat ene distributiekanaal van reisinformatie. In de tweede, later teverschijnen, publicatie gaan we in op de mate waarin routeadviezen worden opgevolgd en de beleidseffecten van reisinformatie. Daarbij kijken we dan ook naar meerdere distributiekanalen voor reisinformatie.