Elasticiteiten van binnenlandse personenmobiliteit
Elasticiteiten van mobiliteit maken het mogelijk om snel na te gaan hoe het reisgedrag verandert, als één van de factoren waarvan dat gedrag afhankelijk is, verandert. Een elasticiteit geeft informatie over hoeveel meer of minder kilometers een persoon reist als de brandstofprijs, de ticketprijs, of de kwaliteit van de dienstregeling wijzigt. Deze elasticiteiten worden gebruikt om snel de effecten van een beleidsmaatregel op het mobiliteitsgedrag te schatten.
In de studie 'Elasticiteiten van binnenlandse personenmobiliteit' onderzoekt het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) de elasticiteiten van het binnenlands reisgedrag van personen met onder meer de auto, de trein, bus-tram-metro (btm) en fiets, aan de hand van 3 onderzoeksporen.
In onderzoekspoor 1 heeft het KiM Rijkswaterstaat laten inventariseren wat nu al bekend is over de elasticiteiten van het reisgedrag van personen, met behulp van het Landelijk Model Systeem (LMS). Het resultaat, het Handboek Elasticiteiten, voorziet in de behoefte om een overzichtelijke, actuele en openbaar beschikbare bron te hebben van elasticiteiten die vaak gebruikt worden voor snelle berekeningen en inschattingen van effecten van (beleids)maatregelen.
De huidige versie van het LMS modelleert het binnenlands personenreisgedrag op basis van waargenomen reisgedrag uit de periode 2015-17. Sindsdien heeft de wereld niet stilgestaan. Daarom is in onderzoeksporen 2 en 3 nagegaan of er reden is om aan te nemen dat recente trends van invloed kunnen zijn geweest op de elasticiteiten.
In onderzoekspoor 2 is de stabiliteit van de brandstofelasticiteit van het wegverkeer kwantitatief getoetst, met behulp van tijdreeksmodellen voor de brandstofprijselasticiteiten van het wegverkeer. De uitkomsten geven aan dat de elasticiteiten over de tijd heen veranderen. Het was echter niet mogelijk om te bepalen hoe of waarom de elasticiteiten precies zijn veranderd. Ook was het niet mogelijk om aan te tonen of er sprake is van een verandering in de elasticiteiten in de laatste paar jaar, vanwege de samenloop met de coronapandemie.
In onderzoekspoor 3 is kwalitatief nagegaan of enkele recente maatschappelijke trends mogelijk van invloed zijn op de prijs- en reistijdelasticiteiten uit het nieuwe Handboek Elasticiteiten. Voor 3 trends is dit aannemelijk:
- Thuiswerken kan de prijs- en reistijdelasticiteiten van de auto, trein en btm zowel vergroot als verkleind hebben. Aan de ene kant zorgen prijsstijgingen ervoor dat mensen sneller thuis gaan werken en dus niet reizen (groter). Aan de andere kant maken mensen toch al minder werk gerelateerde verplaatsingen, waardoor een prijsstijging per reis minder uitmaakt (kleiner).
- Elektrische fietsen kunnen de prijs- en reistijdelasticiteiten van autogebruik iets hebben vergroot, hebben naar alle waarschijnlijkheid geen effect op de elasticiteiten van treingebruik en kunnen de prijs- en reistijdelasticiteiten van btm-gebruik iets vergroot hebben.
- Een verslechterd beeld van de kwaliteit van het ov kan ertoe geleid hebben dat de prijs- en reistijdelasticiteiten van zowel treingebruik als btm-gebruik iets lager zijn geworden. Dit komt doordat voor de reizigers met de meeste keuzemogelijkheden het ov als alternatief afvalt en de reizigers met de minste keuzemogelijkheden overblijven in het ov.
De elasticiteiten in het nieuwe Handboek Elasticiteiten vatten de bestaande kwantitatieve kennis over gevoeligheid van binnenlands personenreisgedrag samen. Wel is het verstandig om rekening te houden met een bandbreedte rondom deze elasticiteiten vanwege de invloed van de beschreven maatschappelijke trends.