Mobiliteitsarmoede in de provincie Zeeland
Mobiliteitsarmoede in de provincie Zeeland
Kwalitatief onderzoek onder inwoners van Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland
In hoeverre ervaren inwoners van Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland met een verminderde toegang tot vervoersmiddelen problemen in relatie tot bereikbaarheid, wat ziet men als de oorzaken daarvan en welke oplossingen dragen zij aan voor de ervaren problemen? Deze vragen stonden centraal in een drietal focusgroepsessies met scholieren, senioren en forensen.
De inwoners van Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland die niet altijd de beschikking hebben over een auto ervaren problemen met betrekking tot bereikbaarheid van hun regio. Het gaat hierbij niet alleen om de bereikbaarheid binnen hun regio, maar ook om de bereikbaarheid tussen verschillende regio’s in Zeeland en buiten Zeeland. Overdag ervaren mensen zonder fysieke beperkingen over het algemeen weinig problemen. Er is altijd wel een (buurt) bushalte op loop- of fietsafstand waar een bus voldoende vroeg vertrekt om op tijd op het werk, op school of een afspraak te zijn. ’s Avonds en in het weekend ervaart men meer bereikbaarheidsproblemen dan doordeweeks overdag. Hierdoor heeft men het idee dat er minder activiteiten ondernomen kunnen worden dan men zou willen (uitgaan, bezoeken van familie en vrienden, hobby’s etc.).
Senioren ervaren het vaakst problemen met bereikbaarheid. Zij ervaren het reizen met het openbaar vervoer vaak als ingewikkeld en hebben meer dan andere groepen last van fysieke beperkingen waardoor het reizen met het openbaar vervoer extra zwaar wordt.
Groepen die kwetsbaar zijn voor mobiliteitsarmoede zijn vooral diegenen die in de buitengebieden (buiten de grotere kernen) wonen. Door het verdwijnen van voorzieningen in de kleinere kernen is men meer aangewezen op de grotere kernen en ervaart men een grotere afhankelijkheid van het beperkter wordende openbaar vervoer. In die gebieden zijn het vooral de ouderen en mensen met een fysieke of geestelijke beperking die het meest kwetsbaar zijn.
Oplossingen die de (perceptie van) bereikbaarheid kunnen verbeteren zijn:
- Uitbreiden van tijden waarop lijndiensten rijden
- Betere communicatie van de vervoerder naar de reiziger
- Voorlichting door overheid en vrijwilligers over mogelijkheden van het openbaar vervoer
- Betere koppeling aanbrengen tussen vraag en aanbod
De resultaten van de focusgroepsessies hebben een relatie met het onderzoek ‘Mobiliteitsarmoede: vaag begrip of concreet probleem?’ dat het KiM onlangs heeft gepubliceerd (https://www.kimnet.nl/publicaties/rapporten/2018/10/31/mobiliteitsarmoede-vaag-begrip-of-concreet-probleem). De resultaten kunnen gebruikt worden in vervolgonderzoek naar mobiliteitsarmoede. Eveneens is er een relatie met het de KiM publicatie ‘Bevolkingsdaling en de effecten op bereikbaarheid en mobiliteit in Nederland’; Sommige bewoners van rurale gebieden, die vaak ook met bevolkingskrimp te maken hebben, ervaren, zoals uit bovenstaande blijkt, mobiliteitsarmoede.