Verklaring van de ontwikkeling van het ov-gebruik in Nederland over 2005-2016
In het Mobiliteitsbeeld presenteert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) een verklarende analyse van de groei van het gebruik van ov-gebruik in Nederland. Dankzij een verfijndere verklaringsmethodiek verklaart het KiM in het Mobiliteitsbeeld 2017 de 24 procent groei van het aantal reizigerskilometers per trein tussen 2005-2016 beter dan met de eerder gebruikte methode. Hierdoor werd helder dat vooral de verbetering van het aanbod (meer treinen en verbetering netwerk en aansluitingen) meer bijdroeg aan de groei van het treingebruik. De publicatie ‘Verklaring van de ontwikkeling van het ov-gebruik in Nederland over 2005-2016’ geeft een beschrijving van de toegepaste methodieken.
Download 'Verklaring van de ontwikkeling van het ov-gebruik in Nederland over 2005-2016'
Download 'Verklaring van de ontwikkeling van het ov-gebruik in Nederland over 2005-2016'
Toename ov-gebruik beter verklaren
In het Mobiliteitsbeeld presenteert het KiM de ontwikkeling van het gebruik van openbaar vervoer in Nederland in de afgelopen tien jaar. De daarvoor toegepaste methodiek kon voor een steeds groter deel de toename van het treingebruik niet goed verklaren. Daarom ontwikkelde het KiM een meer diepgaande methodiek, op basis van het Landelijk Model Systeem (LMS) van Rijkswaterstaat (WVL). Deze methodiek is ook te gebruiken voor de verklaring van de verschillende beïnvloedende factoren op het gebruik van bus, tram en metro.
Verfijndere methodiek verklaart toename treingebruik 4% beter
Het Mobiliteitsbeeld 2017 bevat de volgens de nieuwe methodiek berekende resultaten van de toename van treingebruik. De methodiek LMS is verfijnder omdat deze niet rekent met landelijke gemiddelden. LMS houdt rekening met waar de ontwikkeling van factoren (bijvoorbeeld inwoners, arbeidsplaatsen, treinaanbod) meer precies plaatsvond.
Belangrijkste oorzaken groei treingebruik: sociale factoren en beter aanbod
De toename van het treingebruik van 24% van 2005 tot 2016 blijkt voor een groot deel (10%) het gevolg van de toename van de bevolking, gebruik van de ov-studentenkaart, banen en inkomen. Ook de verbeteringen van de kwaliteit van het product droegen 10% bij (treinfrequenties, netwerkuitbreiding, aansluitingen tussen treinen). De reële tariefstijging van 11% dempte de groei van treinkilometers met circa 5%. De brandstofprijzen en congestie hadden nauwelijks effect op het treingebruik.