Waar zouden we zijn zonder de fiets en de trein?
Fietsenstallingen bij veel grote treinstations blijven (over)vol, ondanks jarenlange uitbreiding van het aantal stallingsplaatsen. Fiets-treinreizigers fietsen liever naar een verder weg gelegen groot station met een goed spoor- en stallingsproduct dan naar een dichtbij gelegen klein station met een minder spoor- en stallingsproduct. Op deze manier vermijden ze een extra overstap. Wel vergroot dit de stallingsdruk op grote stations. Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in het rapport ‘Waar zouden we zijn, zonder de fiets en de trein’.
Keuze voor een ander station?
Fiets-treinreizigers kiezen vaak hetzelfde vertrekstation, ook als ze de keuze hebben uit meerdere stations. Om fietsers te verleiden voor een ander station, zonder (over)volle fietsenstallingen te kiezen, is het hebben van een keuze uit twee of meer gelijkwaardige stations belangrijk. Gelijkwaardig in kwaliteit van het spoorproduct en stallingsproduct en op een acceptabele fietsafstand (tot 5 kilometer).
Fiets na treinreis (naar werk of studie) veroorzaakt bijna helft stallingsdruk bij stations
Ook is er stallingdruk door fietsen die op het station klaar staan, voor vervoer naar werk, opleiding of een andere activiteit. Deze fietsen staan ongeveer vier keer zo lang achtereen gestald in een stationsstalling dan fietsen die worden gebruikt voor vervoer tussen huis en station en ze zorgen samen voor minimaal 45% van de stallingsdruk bezien over alle stations in Nederland.
Deelfiets oplossing voor grote latente vraag naar fietsen vanaf station?
Het KiM concludeert ook dat er waarschijnlijk een aanzienlijke latente vraag is naar fietsen aan de activiteitenzijde van de treinreis, naar werk, opleiding of ontspanning. Hoe op deze vraag in te spelen zonder dat het aantal (langdurig gestalde) fietsen op de stations (sterk) verder groeit? Deelfietsen lijken hiervoor een aantrekkelijke oplossing.
Groeiende groep fiets-treinreizigers
De groep fiets-treinreizigers groeit al langere tijd, maar het ontbrak aan specifieke aandacht voor deze groep. Dit onderzoek brengt daarin verandering: vergeleken met treinreizigers die met een andere modaliteit naar het station reizen, zijn fiets-treinreizigers jonger, vaker universitair geschoold, en studeren of werken ze vaker.