Maatschappelijke kosten van verstoringen op het spoor
De maatschappelijke kosten van vertragingen en verstoringen op het spoor lagen in 2016 tussen de € 400 en € 500 miljoen. Deze bedragen zijn exclusief enkele kosten die niet konden worden gekwantificeerd. Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Sinds jaar en dag publiceert het KiM in het jaarlijkse ‘Mobiliteitsbeeld’ de maatschappelijke kosten van
files op het hoofdwegennet. Voor het spoor zijn dergelijke berekeningen tot nu toe nauwelijks gedaan. Het KiM heeft alle relevante maatschappelijke kosten van vertragingen en verstoringen op het spoor op een rijtje gezet, niet alleen de kosten voor reizigers, maar ook die voor verladers, vervoerbedrijven (personen en goederen) en voor de beheerder van de infrastructuur. Qua methodiek sluit het onderzoek zoveel mogelijk aan bij dat van de filekosten op de weg.
Het grootste deel van de kosten komt ten laste van de treinreizigers. Het gaat daarbij allereerst om de tijdkosten als gevolg van vertragingen en uitval van treinen. Daarnaast zijn er kosten die het gevolg zijn van de onzekerheid of de treinen wel op tijd zullen rijden. Reizigers gaan daarom vaak eerder van huis om er zeker van te zijn op tijd aan te komen. Bij grotere verstoringen moeten reizigers vaak naar alternatieven uitkijken: op een andere tijd reizen, een ander vervoermiddel kiezen of helemaal afzien van de reis. Ook hier zijn kosten aan te verbinden. Tot slot verloopt bij een verstoring de treinreis doorgaans minder comfortabel, bijvoorbeeld doordat men moet staan. In de beleving van veel reizigers duurt zo’n reis dan langer, waardoor de tijdkosten verder kunnen toenemen.