Effecten ander ov-studentenreisproduct
Ruim tweederde van het gebruik van het huidige studentenreisproduct houdt rechtstreeks verband met de studie, en betreft reizen van of naar onderwijs of stage. Het reizen tussen kamer en ouderlijk huis is daarin niet inbegrepen, dit betreft nog eens circa 10 procent van het gebruik van het studentenreisproduct.
Door de uitbreiding met een deel van de MBO-ers jonger dan 18 jaar zullen er bij een ongewijzigd studentenreisproduct minimaal 10 procent meer ‘vrij reizen’ kilometers met de trein gemaakt worden en 17 procent meer met bus, tram en metro. Een doorrekening van acht fictieve varianten voor een alternatieve invulling van het studentenreisproduct laat zien dat varianten op basis van het huidige studentenreisproduct met een maandelijkse eigen bijdrage zouden leiden tot minder afname van het ov-gebruik dan varianten met een kortingkaart, trajectkaart of vast budget.
De verwachte afname van het ov-gebruik vanuit de huidige gebruikersgroep van het studentenreisproduct loopt voor de doorgerekende varianten uiteen van 1 procent tot circa 15 procent minder kilometers, hetgeen overeenkomt met respectievelijk 0,25 tot 3,75 procent minder ov-gebruik in Nederland (waarbij de toename vanwege de uitbreiding met doelgroep MBO-18min niet is inbegrepen).
Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie Effecten ander ov-studentenreisproduct. Naar aanleiding van een in het regeerakkoord opgenomen maatregel is in opdracht van het Directoraat-Generaal Bereikbaarheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, mede op verzoek van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, verkend hoe gevoelig het reisgedrag van studenten is voor de kenmerken van een mogelijk ander studentenreisproduct.
Inmiddels heeft het kabinet op 28 april een akkoord op hoofdlijnen bereikt met enkele oppositiepartijen over Het Studievoorschot. Het studentenreisproduct is daarbij in het bredere perspectief van het studiefinancieringsstelsel en investeren in hoger onderwijs getrokken, waarbij ervoor gekozen is de kaart goeddeels in zijn huidige vorm te laten bestaan. Wel komt de kaart ook beschikbaar voor MBO-ers jonger dan 18 jaar en zal samen met de onderwijssector en vervoerders worden bezien hoe de druk op de spits in het ov kan worden verminderd.