Thuiswerken, thuisonderwijs en mobiliteit: inzichten MPN meting april 2021
Het aandeel Nederlanders dat in enige mate thuiswerkt was in april 2021 ongeveer gelijk aan januari 2021, namelijk 48%. Wel werkten Nederlanders minder vaak (vrijwel) volledig thuis. Het aandeel thuiswerkers dat na de coronacrisis vaker wil thuiswerken dan vóór de crisis is de afgelopen metingen vrij stabiel (45-50% van de thuiswerkers). Thuiswerkers verwachten na de coronacrisis vooral 1-3 dagen thuis te gaan werken. Van de studenten verwacht circa 30% na de coronamaatregelen vaker dan vóór de crisis thuisonderwijs te volgen. Op basis van de verwachtingen van respondenten zal het aantal spitsreizen na de coronacrisis licht dalen. Dit staat in de presentatie 'Thuiswerken, thuisonderwijs en mobiliteit’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).
Het KiM heeft tijdens de coronacrisis onder een vaste groep respondenten van het Mobiliteitspanel Nederland (MPN) verschillende metingen gedaan omtrent thuiswerken. Dit document bevat beschrijvende inzichten uit de meest recente meting (april 2021). Het KiM vergelijkt deze resultaten met die uit metingen in januari (2021), september/oktober (2020), juni/juli (2020), maart/april (2020) en een meting van vóór de coronacrisis (september 2019).