Agglomeratie, transportinfrastructuur en welvaart: inzichten uit LUCA
Op uitnodiging van het KiM heeft Coen Teulings, oud directeur van het CPB en nu hoogleraar in Cambridge, op 19 maart in Madurodam een presentatie voor IenM gehouden over LUCA.
LUCA is de afkorting van Land Use, Commuting and Agglomeration en is een model dat in 2014 ontwikkeld is door het CPB. Het model is bedoeld om de welvaartseffecten van ruimtelijke ingrepen als de aanleg van een nieuwe transportverbinding te analyseren op basis van de locatie, concentratie en banen van mensen. LUCA probeert de locatie en de concentratie van mensen en van banen te verklaren uit de woon- werk- en transportvoorkeuren, de grondprijzen en het opleidingsniveau.
Uit toepassing van LUCA blijkt dat hoogopgeleiden meer dan laag opgeleiden bereid zijn (verder) te reizen voor hun werk, graag willen wonen op een locatie met goede voorzieningen en zich een duurdere woonlocatie kunnen veroorloven. Hoogopgeleiden concentreren zich daarom in stedelijke gebieden. De banen voor hoogopgeleiden zijn sterker geclusterd dan die voor laagopgeleiden en agglomeratievoordelen voor hoogopgeleiden zijn groter dan voor laagopgeleiden.
Het bovenstaande heeft tot gevolg dat investeringen in de transportinfrastructuur op lange afstand meer voordeel opleveren voor hoog- dan voor laagopgeleiden. Laagopgeleiden hebben meer baat bij investeringen voor de korte afstand.
De vraag is nu wat de beleidsimplicaties van dit model zijn. Hoe kunnen de voordelen van de agglomeratie effecten het best benut worden? Hoe verhouden de verschillen tussen hoger en lager opgeleiden zich tot het bieden van gelijke kansen voor iedereen? Wat betekenen de genoemde agglomeratie effecten voor de aanleg van infrastructuur?