“It’s electrifying!”. Het stimuleren van elektrisch rijden met gedragsbeïnvloeding
Het kabinet Rutte III streeft ernaar dat in 2030 elke nieuwe personenauto emissieloos is, om zo de klimaatdoelen dichterbij te brengen. De huidige aantallen emissieloze auto’s zijn echter nog miniem en de consument staat nog niet te springen om een elektrisch voertuig aan te schaffen. Beleid en politiek moeten alle zeilen bijzetten om van elektrisch vervoer een succes te maken. Er zijn verschillende stimuleringsmogelijkheden, waarbij meestal gedacht wordt aan fiscaal beleid en het verstrekken van subsidies. Gezien de ambitie is het verstandig om ook op psychologische en sociale instrumenten in te zetten. In deze paper gaan we in op de verschillende motieven (instrumenteel, psychologisch en sociaal), die consumenten zouden kunnen bewegen om over te stappen, en gaan we in op een aantal beleidsopties die ervoor kunnen zorgen dat elektrisch rijden wordt gestimuleerd.
Tot de instrumentele motieven rekenen we de totale kosten (de total cost of ownership), het marktaanbod van de elektrische vervoermiddelen, de actieradius (hoe ver kun je rijden op een volle accu) en andere zaken die verband houden met de moeite die het kost om het elektrische voertuig te gebruiken (ervaring opdoen, beschikbaarheid oplaadfaciliteiten, oplaadtijd, parkeerprivileges, toegang tot milieuzones). Tot de psychologische overwegingen behoren onder andere merkentrouw en gebruikservaring, maar ook symbolische motieven, attituden en normen en waarden. Wil elektrisch rijden een kans maken dan moet het aansluiten bij de overtuigingen van potentiële gebruikers.
Verder spelen er bij potentiële overstappers ook sociale overwegingen. Ze bevinden zich niet in een sociaal vacuüm en kijken naar wat anderen doen. Innovaties verspreiden zich bij uitstek door sociale processen. Wanneer ‘de meeste mensen’ een bepaalde keuze maken, wordt dit gezien als een sociaal bewijs voor de juiste keuze.