Actualisatie verkenning ov-gebruik 2021-2025
Het gebruik van het openbaar vervoer (ov) in Nederland kan in 2025 weer op het niveau van voor de coronacrisis in 2019 uitkomen. Dat is de verwachting van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) op basis van de uitgangspunten van het CPB voor de economische ontwikkelingen tot en met 2025. Als er het komende jaar een terugslag optreedt door nieuwe uitbraken of grote tegenvallers met vaccineren duurt het langer voordat het niveau van 2019 wordt bereikt. Voor 2022 verwacht het KiM dat het ov-gebruik nog 6% tot 14% onder het niveau van 2019 uitkomt. Het kennisinstituut veronderstelt hierbij dat na 2021 geen contact beperkende maatregelen meer gelden.
Het ov-gebruik ligt al sinds medio maart 2020 ver onder het gebruikelijke niveau van voor de coronacrisis. Desondanks houden ov-bedrijven op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de dienstregeling in het ov zoveel mogelijk in stand. Zij ontvangen hiervoor een beschikbaarheidsvergoeding (BVOV), omdat de reizigersinkomsten fors zijn gedaald. De BVOV loopt nu tot eind 2021. Hoe het gebruik van het openbaar vervoer zich ontwikkelt in de komende jaren is onduidelijk, omdat onzeker is hoelang de coronacrisis aanhoudt en wat de structurele impact is op het reizigersgedrag.
Scenario's
Het laatste toekomstbeeld ov van het KiM dateert van oktober 2020 en was gebaseerd op de verkenning van het CPB van september 2020. Inmiddels heeft het CPB de verkenning voor de economie geactualiseerd in een basisraming tot en met 2025 en voor de korte termijn (2022) ook twee alternatieve scenario’s. Deze actualisatie voor het ov-gebruik is gebaseerd op de uitgangspunten van het CPB in een basisraming en in een pessimistisch 'nieuwe terugslag' scenario.