Het economisch belang van mobiliteit
Is het economisch belang van het bestaande Nederlandse transportinfrastructuur netwerk meetbaar in termen van belang voor Nederlandse ondernemingen en consumenten? De ondergrens van economisch belang van mobiliteit is te becijferen. Dat doet het Kennisinstituut voor Mobliteitsbeleid (KiM) jaarlijks in het Mobiliteitsbeeld. Becijfering van de bovengrens is lastig tot onmogelijk, concludeert het KiM in de notitie ‘Economisch belang van mobiliteit’. Daarin staan de aanwezige kennis hierover en aanbevelingen op een rij.
Economisch belang bestaande transportinfrastructuur = economisch belang mobiliteit
De onderzoeksvraag betreft een overzicht van aanwezige kennis over het economisch belang van het bestaande Nederlandse transportinfrastructuur netwerk. Niet alleen in termen van vervoersfunctie, maar ook in termen van belang voor Nederlandse ondernemingen en consumenten.
Eigenlijk is een vraag naar economisch belang van bestaande transportinfrastructuur een vraag naar economisch belang van mobiliteit. Transportinfrastructuur is een noodzakelijke voorwaarde voor mobiliteit, echter het economisch belang van transportinfrastructuur ontstaat door de benutting ervan.
Ondergrens: uitgaven in tijd en kosten aan transport
De ondergrens van het economisch belang van mobiliteit wordt bepaald door de uitgaven in tijd en kosten aan transport. Deze worden jaarlijks ingeschat in het Mobiliteitsbeeld 2017 van het KiM. In die berekening zijn nog enkele kleine verbeteringen voorstelbaar waarmee de ondergrens mogelijk iets hoger komt te liggen maar die niet leiden tot een substantieel meer nauwkeurige inschatting van het totale economische belang. De verbeteringen betreffen het volledig meerekenen van overheidskosten van infrastructuur, voor zover niet gedekt door belastingen; de kosten van in natura regelingen woon-werkverkeer en de tijdkosten behorend bij slow modes en luchtvaart. Overigens kan afgevraagd worden of de extra onderzoeksinspanning wel in verhouding staat tot het extra inzicht bij een cijfer dat bedoeld is als orde van grootte schatting.
Bovengrens? Voorstelbaar nulalternatief ontbreekt
De bovengrens van economisch belang van mobiliteit is niet te bepalen omdat er geen voorstelbaar nulalternatief is voor een situatie zonder transportinfrastructuur. Dat is wel nodig om het consumentensurplus, dat de totale (maximale) betalingsbereidheid voor mobiliteit weergeeft, volledig te kunnen meten. Wel ontstaat deels inzicht in het belang van het systeem, door te kijken naar de effecten van (grote) maatregelen op het systeem.