Second opinion op de beleidsdoorlichting HXII artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid
De beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid is uitgevoerd conform de eisen aan een beleidsdoorlichting. Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) in zijn second opinion op de beleidsdoorlichting dat uitgevoerd is door het bureau Andersson Elffers Felix.
Een beleidsdoorlichting bestaat uit het beantwoorden van 15 vragen over de reconstructie van de beleidstheorie en de effectiviteit en efficiëntie van het gevoerde beleid.
Het begrotingsartikel dat Andersson Elffers Felix heeft doorgelicht valt onder artikel 14 van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Dat artikel luidt: ‘Om weggebruikers zo snel, verkeersveilig, betrouwbaar en duurzaam mogelijk van A naar B te laten reizen ontwikkelt, beheert en benut het ministerie van IenM het hoofdwegennet. Daartoe zet het ministerie van IenM in op een hoofdwegennet dat bijdraagt aan de economische en ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en voldoet aan milieunormen. Daarnaast wordt ingezet op een afname van het aantal verkeersslachtoffers op alle Nederlandse wegen. Om deze doelen te bereiken werkt het ministerie van IenM samen met decentrale overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
In de second opinion is gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van het gevoerde beleid op de thema’s aanleg, instandhouding, verkeersmanagement, Beter Benutten I, Verkeersveiligheid, Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO), Meerjarenprogramma Geluidssanering (MJPG), Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en Westerscheldetunnel.
Andersson Elffers Felix constateert dat voor het merendeel van de thema’s slechts beperkt inzicht of geen inzicht is verkregen in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Terecht stelt AEF dat dat te wijten is aan de beperkte aanwezigheid van ex-post evaluaties.
Andersson Elffers Felix beveelt aan een meer integraal beleidskader (verbinden van de thema’s bereikbaarheid, veiligheid en duurzaamheid) en een integraal monitoringssysteem te ontwikkelen, zodat ook de verantwoording in de toekomst consistenter ingericht kan worden. Het KiM onderschrijft deze thema overstijgende conclusies en aanbevelingen.