Martijn van der Horst: 'Interactie tussen beleid en onderzoek vind ik heel waardevol'

Voordat ik bij het KiM begon, waren havens en goederen mijn vakgebied. Bij de Erasmus Universiteit Rotterdam deed ik er flink wat jaren onderzoek naar en ik gaf er onderwijs in. Maar nadat ik een proefschrift over coördinatievraagstukken in het achterlandvervoer van zeehavens had verdedigd aan de TU Delft, vond ik het tijd mijn horizon te verbreden. Ik wilde graag zelf ontdekken dat havens niet het 'middelpunt van de wereld' zijn. Het KiM kwam bij mij in beeld, omdat ik de interactie tussen beleid en onderzoek heel waardevol vind.

Vergroot afbeelding Martijn van der Horst
Martijn van der Horst

Een van mijn eerste onderzoeken bij het KiM lag trouwens nog wel behoorlijk in mijn comfortzone. Als voorbereiding op de Havennota 2020-2030 onderzocht ik samen met collega's de effecten van trends op de havens.
Ook stelden wij vast hoe buitenlandse overheden in hun zeehavenbeleid inspelen op bijvoorbeeld digitalisering of het toenemend protectionisme. Het werd een mooie overzichtsstudie. Delen van ons onderzoek vind je terug n de Havennota. Dat geeft een goed gevoel. 

Goede afstemming belangrijk

Volgende projecten lagen meer buiten mijn vertrouwde onderzoeksgebied . Zo mocht ik aanhaken bij een internationaal onderzoeksconsortium rond verkeersveiligheid. Dat onderwerp was helemaal nieuw voor mij, maar waar ik met mijn economische kennis wel goed uit de voeten kon. Binnen het consortium werkten we met onderzoekers uit België, Frankrijk, Duitsland en Nederland aan een nieuwe monetaire waardering voor de afname van verkeersveiligheidsrisico's. Mijn bijdrage was minder inhoudelijk en vooral adviserend. Ook begeleidde en bereidde ik de vervolgstudie voor om op basis van de internationaal verkregen inzichten de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen in Nederland te schatten. Die geschatte kosten van verkeersongevallen bleken aanzienlijk hoger dan in voorgaande jaren. Om ervoor te zorgen dat de uitkomsten goed worden geïnterpreteerd door beleid, politiek en belangenorganisaties, is een goede afstemming met de beleidsafdeling van het ministerie en met onze persvoorlichter extra belangrijk. Die afstemming leid ik als onderzoeker ook in goede banen. 

Stagecoördinator

Naast het doen van onderzoek zijn er KiM-brede taken. Zo ben ik stagecoördinator van ons instituut. Elk jaar is er bij het KIM plek voor studenten om stage te lopen. Ik onderhoud het contact met verschillende opleidingen die raakvlakken hebben met ons werk. Samen met collega's kijk ik of en hoe we studenten inzetten op projecten. Naast dat de stagiairs zorgen voor een hoop gezelligheid, leveren ze vaak een goede bijdrage aan ons onderzoek. Het bieden van stageplekken is niet alleen een goed middel om contacten met universiteiten warm te houden, het is ook een manier voor het KiM om toekomstige medewerkers te werven voor het KiM. 

Ik begeleid zelf ook met veel plezier studenten.  Enkele jaren geleden werkte een student van de EUR mee aan een onderzoek over de positie van het kleine binnenvaartschip, een interessant, maar onderbelicht onderdeel van het goederenvervoer. Data hierover waren niet direct beschikbaar. Met goed zoekwerk en een gedegen analyse van de student konden we een mooie publicatie opleveren. Wetenschappelijk viel het onderzoek ook in de smaak. Het leidde tot een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift.